Naar schatting drijven er meer dan 5 biljoen (dat is 5.000.000.000.000) stukjes plastic in de oceanen van de wereld, die samen ruim meer dan 250.000 ton wegen. Het is misschien moeilijk voor te stellen hoeveel dit precies is, maar tegenwoordig zit ook in elk product plastic. Van de normale huis, tuin en keukenproducten, tot militaire uitrusting en nu is plastic zelfs in vissen te vinden. Ja, dat lees je goed, er zit tegenwoordig ook plastic in vissen.
Laten we eerlijk zijn: voor de mens was de uitvinding van moderne plastics een ware revolutie. Van plastic speelgoed uit China, plastic flesjes, tasjes, tot onderdelen van je TV. Er is zelfs een grote kans dat je dagelijkse gezichtsscrub of tandpasta kleine plasticdeeltjes bevat. Waarschijnlijk bevat het grootste gedeelte van de producten die je op een gemiddelde dag koopt plastic. Zelfs het tasje waarmee je het vervolgens mee naar huis brengt is waarschijnlijk gemaakt van… je raadt het al: plastic. Sinds de uitvinding van moderne synthetische plastics in 1907 is de productie exponentieel gestegen en is zelfs ontploft na de tweede wereldoorlog. Nadat de oorlog was afgelopen in 1945 was de productie erg hoog en werd er begonnen met de productie voor de consumentenmarkt, en met succes. Plastic was goedkoop, veelzijdig en erg houdbaar in vergelijking met andere gangbare materialen van die tijd. Plastic zou de wereld gaan redden.
Helaas heeft plastic een erg groot nadeel: het is niet biologisch afbreekbaar. Doordat veel plastic producten zijn gemaakt voor tijdelijk gebruik of zelfs wegwerpartikelen zijn, groeide de afvalhoop al snel. Het dumpen van plastics op een vuilnisbelt is dus niets meer dan een tijdelijke opslagplaats en zou het probleem van een snelgroeiende plastic afvalhoop niet tegengaan.
Dus, hoe groot is het probleem nu eigenlijk? Uit een recent rapport van de Ellen McArthur Foundation blijkt dat als de huidige trend zich doorzet, dat in 2050 de oceanen meer plastic dan vis zullen bevatten (op basis van gewicht). Natuurlijk wordt dat scenario gefaciliteerd door overbevissing, maar de plastic consumptie stijgt ook nog altijd gestaag. Om het even in perspectief te plaatsen: van al het plastic dat in 2008 in de VS geproduceerd werd, werd 6.5% gerecycled. De rest werd gedumpt op vuilnisbelten. Een ander groot probleem is dat veel eilanden of kustgebieden geen goede vuilnisophaaldienst hebben, waardoor afval sneller direct de zee in waait.
Verschillende factoren als overstromingen, regen en wind, maar ook directe vervuiling op stranden en in de buurt van rivieren kunnen ervoor zorgen dat zogenoemde macro-plastics (plastic stukken groter dan 5 mm) in zee terecht komen. Deze grotere stukken plastic drijven mee met oceaanstromen en creëren zo grote eilanden van afval waar deze oceaanstromingen bij elkaar komen. Veel micro-plastic deeltjes (< 5 mm) komen via het riool in de oceanen terecht. Deze komen in het riool terecht bij het wassen van polyester kleding, waar vervolgens kleine deeltjes van vrijkomen, of bij gebruik van producten als scrubs of tandpasta met zogeheten “microbeads” (kleine plasticdeeltjes). Verder kunnen macro-plastics die aan de oppervlakte van de zee drijven, onder invloed van Uv-straling van de zon en voortdurende golfslag, afbreken tot kleine micro-plastics.
Zoals verwacht zal een vervuiling op deze schaal invloed hebben op het leven in de oceaan. Zeeschildpadden, die voornamelijk op kwallen jagen, zien plastic tasjes aan voor voedsel. Hetzelfde gaat op voor vogels, vissen, walvissen en zeeleeuwen, die allemaal zijn aangetroffen met plastic in of rondom hun lichaam. Maar wat voor invloed heeft de plastic vervuiling op de grote roofvissen van de zee, zoals haaien?
Een wetenschappelijke studie uit 2015 heeft onderzocht of er plastic in de magen van grote roofvissen in de Middellandse zee voorkomt. In 18% van de onderzochte zwaardvissen, blauwvin- en witte tonijnen kwam plastic in de maag voor. Resultaten vanuit andere delen van de wereld geven vergelijkbare resultaten aan. In het noorden van de Grote Oceaan had 45% van de onderzochte koningsvissen plastic in de maag, evenals 9% van de grootoogtonijnen en 30% van de lansvissen. Voor haaien is dit nog niet uitgebreid onderzocht, wel is in een onderzoek naar de maaginhoud van tijgerhaaien voor de kust van Zuid-Afrika berekend dat 7% van de haaien plastic in zijn maag had.
Veel haaien zijn echter aaseters, en het eten van vreemde objecten is niks nieuws voor haaien, dat doen ze volgens historische documenten al honderden jaren. Zo zijn er haaien gevonden met een complete ridderuitrusting, nummerborden, bootschroeven en vliegtuigonderdelen in hun maag. Het feit dat haaien dit al lange tijd doen en dat de mate van plastic in de oceanen nu toeneemt wijst erop dat het aantal haaien met plastic in hun maag waarschijnlijk zal toenemen in de toekomst. Het is echter niet de consumptie van macro-plastics die het grootste risico voor deze dieren zal zijn. Haaien kunnen hun maag binnenstebuiten keren om zo oneetbare objecten uit hun lichaam te verwijderen, wel kunnen ze verstrengeld raken in grote stukken plastic, zoals achtergebleven vistuig of plastic tassen (net zoals de schemerhaai in de foto).
Andere vervuilende stoffen die in zee geloosd worden, zoals door mensgemaakte bestrijdingsmiddelen en andere chemicaliën, hechten zich vast aan plasticdeeltjes in zee. Zodra grotere plastics afbreken in micro-plastics neemt het oppervlakte waaraan deze giftige stoffen kunnen hechten toe, maar deze kleine plastic deeltjes zijn dan ook nog eens toegankelijker voor kleine vissenlarven. Die vissen verwarren de kleine deeltjes voor voedsel en eten ze op, waardoor de plastic deeltjes, en de andere giftige stoffen, worden opgenomen in de voedselketen. De vissenlarven worden gegeten door kleine vissen, die kleine vissen worden weer gegeten door grotere vissen. De grotere vissen eten meer van de kleinere vissen, en zo concentreren de plastic deeltjes en bijbehorende giftige stofjes zich in de grotere roofvissen bovenaan de voedselketen. Lang levende dieren zoals haaien slaan deze toxische stoffen op in hun lichaam, een proces dat bij wetenschappers bekend staat als biomagnificatie (ophoping van giftige stoffen in de voedselketen). Als we dit proces meenemen, dan kunnen plasticdeeltjes een veel grotere bedreiging veroorzaken voor roofvissen. En voor mensen.
Van de giftige stof kwik is vrij goed onderzocht hoe het in de voedselketen terechtkomt. Kwik afkomstig van zowel natuurlijke, als industriële processen komt op in grote hoeveelheden vrij in de atmosfeer. Uiteindelijk dalen deze deeltjes af en komen terecht in rivieren of de oceanen, waar het kwik vervolgens wordt omgezet door bacteriën in methylkwik, een neurotoxine. Vanaf dan kan het kwik op twee verschillende manieren in de voedselketen terechtkomen: (1) een vis kan het kwik meteen opnemen via de kieuwen, of (2) het kwik bindt, net als de PCBs en DDTs, aan kleine micro-plastics en wordt zo vervolgens door kleine vissen voor eten aangezien. Net zoals bij de andere giftige stoffen neemt de concentratie van kwik toe naarmate een dier hoger in de voedselketen staat (biomagnificatie). Kwik kan in zoogdieren (en dus ook in mensen) effect hebben op de vruchtbaarheid, ontwikkeling van embryo’s en groei. In haaien is aangetoond dat dieren met veel kwik in hun lijf kleiner zijn dan soortgenoten met een lagere kwikconcentratie in hun lijf.
Terwijl haaienpopulaties wereldwijd proberen te herstellen van overbevissing, is de potentiele bedreiging van plastic en andere vervuilende stoffen voor roofvissen nog bijna niet onderzocht. Wel is duidelijk dat in levendbarende haaien, zoals de witte haai, deze giftige stoffen worden doorgegeven van moeder op de pups via de placenta. Dit zorgt ervoor dat de ongeboren nakomelingen, nog voordat ze aan de top van de voedselketen staan, al erg hoge concentraties van deze stoffen in hun lichaam kunnen hebben. Het is goed mogelijkheid dat deze stoffen een invloed hebben op de ontwikkeling van het dier, en dat de effecten later ook merkbaar zullen zijn in de hele haaienpopulaties.
We weten dat deze stoffen ook een invloed hebben op de gezondheid van de mens. Van tot wel 33% van de geteste haaienvinnen in Chinese steden was het kwikgehalte te hoog voor consumptie. Vandaar dat zwangere vrouwen tegenwoordig wordt afgeraden om vissen als haai, tonijn en zwaardvissen te eten. Met de mens aan het einde van de voedselketen kunnen we misschien wel verwachten dat een dergelijke vervuiling onze visconsumptie in de toekomst kan bedreigen.
Hier zijn drie dingen die je in je dagelijkse leven kunt doen om je plasticconsumptie te beperken:
- Zeg nee tegen wegwerpproducten. Dit zijn plastic producten die gemaakt zijn voor eenmalig gebruik. Kies in plaats van deze producten herbruikbare alternatieven als een linnen tas of rugzak voor je aankopen.
- Verban micro-plastics (zogeheten microbeads) uit je leven. Je kunt ze vinden in veel producten als scrubs en tandpasta. Check de ingrediënten voor je het product koopt en kies producten met een afbreekbaar alternatief, zoals scrubs op basis van kokosschilvers.
- Recycle! Klinkt voor de hand liggend, maar door zelf te recyclen is de kans klein dat gebruikte producten in de natuur terechtkomen.
Om nog meer te helpen: help onze stranden op te ruimen! Kom ons op 13 Augustus helpen om samen met Stichting De Noordzee onze stranden schoon te maken. Om ons hier in Nederland te helpen, klik hier! Neem voor meer informatie over de acties op de Caribische eilanden even contact op met de lokale natuurorganisatie!
Tekst: Guido Leurs
Fotografie: Plastic Beach – Susan White/USFWS (WikiMedia); Dusky shark – Debra Canabal (Epic Diving)